Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Tussen Buonconvento en Asciano ligt de Abbazia di Monte Oliveto Maggiore. Deze benedictijner abdij is pittoresk gelegen in een bosrijk park in het heuvelachtige gebied van Le Crete Senesi en wordt nog altijd door monniken bewoond. De prachtige ligging van de abdij en de unieke fresco’s die de grote kloostergang sieren, maken deze abdij tot een verplichte stop voor wie de regio bezoekt.

Toscane_monumenten-monte-oliveto-maggiore.jpg

De abdij van Monte Oliveto Maggiore werd omstreeks 1313 gesticht door Bernardo Tolomei, een edelman uit Siena die met enkele metgezellen de wereld de rug toekeerde om hier als ‘olivetaner benedictijnen’ in afzondering te leven. De orde werd in 1344 door paus Clemens VI erkend en dat was de start van de verdere ontwikkeling van de abdij die meer dan vier eeuwen lang zou blijven groeien en uitbreiden.

De toegang van het enorme complex wordt gevormd door een poortgebouw dat met zijn gekanteelde toren op een een middeleeuws kasteel lijkt. Voorbij de poort voert een pad dat behoorlijk steil naar beneden leidt naar de 15e-eeuwse kerk die in de 18e eeuw ingrijpend is gewijzigd en van haar originele uiterlijk nog enkel het portaal en de campanile heeft bewaard. Rechts van de kerk is de ingang van het klooster.

Fresco’s

De kloostergang die de binnentuin omsluit, is van een indrukwekkende schoonheid. De wanden zijn beschilderd met kleurrijke fresco’s die in 36 taferelen het leven voorstellen van de heilige Benedictus van Nursia, stichter van de naar hem genoemde benedictijnerorde. De frescocyclus is een van de grootste uit de renaissance-schilderkunst en van de hand van Luca Signorelli en Giovanni Antonio Bazzi, bijgenaamd ‘il Sodoma’. Signorelli schilderde negen taferelen (21 tot en met 29) in de periode 1497-1498 en Bazzi nam de andere voor zijn rekening in 1505.

Vanuit de kruisgang leiden een gang, waar Sodoma nog twee fresco’s heeft geschilderd, naar de hoogbarokke kerk die de moeite waard is dankzij de prachtige, met houtinlegwerk versierde koorbanken uit de vroege 16e eeuw, van de hand van Fra’ Giovanni da Verona.

Een dertigtal monniken houden er nog altijd de regel van Benedictus – ‘ora et labora’ – in ere : ze brengen de dag door al biddend en werkend. Dat laatste onder meer door het maken van olijfolie, wijn en likeur.