Kleurrijke tarottuin van Niki de Saint Phalle

Kleurrijke tarottuin van Niki de Saint Phalle

Kleurrijke tarottuin van Niki de Saint Phalle

Met een enorme voorsprong is de Tarottuin van Niki de Saint Phalle in de buurt van Capalbio de meest magische plek van heel Toscane. Laat je verleiden door de kleurrijke beelden en de bijzondere sfeer die op deze plek te voelen is.

Niki de Saint Phalle werd bekend door haar wulpse vrouwenbeelden en haar vrolijk gekleurde fontein bij het Centre Pompidou in Parijs. Inspiratie voor de Tarottuin, de Giardino dei Tarocchi, deed ze op in Parc Guell in Barcelona, waar Gaudi een vrolijke fantasiewereld schepte. Nadat het idee voor de tuin langzaam vorm kreeg, duurde het nog twintig jaar voordat de beeldentuin helemaal klaar was.

Toscane_park-tarrot-1.jpg

Beelden

Tijdens de aanleg van de tuin en de bouw van de beelden die de tuin bevolken, woonde Niki de Saint Phalle zelf in een van haar creaties. In de enorme roze vrouw met het zwarte gezicht en blauwe haar genoot Niki van de vorderingen aan haar tuin en maakte ze schetsen voor andere creaties.

Aan de hand van 22 tarotkaarten heeft Niki de Saint Phalle geprobeerd een levensvisie neer te zetten. Wie door de tuin wandelt, kan niet anders dan vrolijk worden. En dat is precies wat Niki de Saint Phalle voor ogen had: de bezoekers moesten blij worden van haar tuin.

Ook genieten van al die prachtige beelden? De tuin is van begin april tot half oktober elke dag van 14.30 tot 19.30 uur geopend. Bestudeer van tevoren wel goed de routebeschrijving op de website van het park, want de tuin ligt echt een beetje verstopt. Het voordeel daarvan is dat je hier geen busladingen toeristen treft, dus neem echt de moeite om even te zoeken!

Il Giardino dei Tarocchi
Pescia Fiorentina, località Garavicchio-Capalbio

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Tussen Buonconvento en Asciano ligt de Abbazia di Monte Oliveto Maggiore. Deze benedictijner abdij is pittoresk gelegen in een bosrijk park in het heuvelachtige gebied van Le Crete Senesi en wordt nog altijd door monniken bewoond. De prachtige ligging van de abdij en de unieke fresco’s die de grote kloostergang sieren, maken deze abdij tot een verplichte stop voor wie de regio bezoekt.

Toscane_monumenten-monte-oliveto-maggiore.jpg

De abdij van Monte Oliveto Maggiore werd omstreeks 1313 gesticht door Bernardo Tolomei, een edelman uit Siena die met enkele metgezellen de wereld de rug toekeerde om hier als ‘olivetaner benedictijnen’ in afzondering te leven. De orde werd in 1344 door paus Clemens VI erkend en dat was de start van de verdere ontwikkeling van de abdij die meer dan vier eeuwen lang zou blijven groeien en uitbreiden.

De toegang van het enorme complex wordt gevormd door een poortgebouw dat met zijn gekanteelde toren op een een middeleeuws kasteel lijkt. Voorbij de poort voert een pad dat behoorlijk steil naar beneden leidt naar de 15e-eeuwse kerk die in de 18e eeuw ingrijpend is gewijzigd en van haar originele uiterlijk nog enkel het portaal en de campanile heeft bewaard. Rechts van de kerk is de ingang van het klooster.

Fresco’s

De kloostergang die de binnentuin omsluit, is van een indrukwekkende schoonheid. De wanden zijn beschilderd met kleurrijke fresco’s die in 36 taferelen het leven voorstellen van de heilige Benedictus van Nursia, stichter van de naar hem genoemde benedictijnerorde. De frescocyclus is een van de grootste uit de renaissance-schilderkunst en van de hand van Luca Signorelli en Giovanni Antonio Bazzi, bijgenaamd ‘il Sodoma’. Signorelli schilderde negen taferelen (21 tot en met 29) in de periode 1497-1498 en Bazzi nam de andere voor zijn rekening in 1505.

Vanuit de kruisgang leiden een gang, waar Sodoma nog twee fresco’s heeft geschilderd, naar de hoogbarokke kerk die de moeite waard is dankzij de prachtige, met houtinlegwerk versierde koorbanken uit de vroege 16e eeuw, van de hand van Fra’ Giovanni da Verona.

Een dertigtal monniken houden er nog altijd de regel van Benedictus – ‘ora et labora’ – in ere : ze brengen de dag door al biddend en werkend. Dat laatste onder meer door het maken van olijfolie, wijn en likeur.

Castello Malaspina di Fosdinovo

Castello Malaspina di Fosdinovo

Castello Malaspina di Fosdinovo

Het Castello Malaspina di Fosdinovo is een schitterend kasteel in het noorden van Toscane, vlak bij Carrara. Het kasteel dateert uit de tweede helft van de twaalfde eeuw. 

Toscane_tips-castello-Malaspina-di-Fosdinovo.jpg

Tegenwoordig is het een museum en cultureel centrum, waar moderne kunst te zien is – een prachtig contrast met de oude muren van het kasteel. Het Castello Malaspina di Fosdinovo herbergt tevens woonruimte voor kunstenaars en schrijvers. Wil je er zelf slapen? Reserveer dan een van de B&B-kamers!

Toscaanse archipel – parels in zee

Toscaanse archipel – parels in zee

Toscaanse archipel – parels in zee

Volgens een mooie legende brak de parelketting van Venus, godin van de liefde en de schoonheid, precies boven de Tyrrheense Zee. Elke parel die het wateroppervlak raakte, veranderde in een eiland. Samen vormen deze eilanden, Elba, Giglio, Giannutri, Capraia, Pianosa en Montecristo, de Toscaanse archipel.

Toscane_monumenten-elba-g.jpg

Elba

Vanuit Piombino vertrekt meerdere keren per dag een veerboot naar Elba. Elba is verreweg het grootste eiland en vooral bekend vanwege Napoleon, die hier een tijdje verbleef. In de Villa dei Mulini, waar hij woonde, vind je nog het bed waarin hij ooit woelde en droomde en zijn enorme boekencollectie. Ook de kamers van Paolina, Napoleons zus, zijn nog grotendeels in originele staat. Daarnaast vind je op Elba fijne stranden, schitterende vergezichten en ongerepte stukken natuur.

Toscane_monumenten-elba-g2.jpg

Giglio

Giglio is volgens velen het mooiste eiland van Toscane. De prachtige zandstranden en het heldere water, waarin je al snorkelend de prachtigste flora en fauna ontdekt, zijn in elk geval een paradijsje op aarde!

Montecristo

Montecristo is een heus onbewoond eiland! Het is in 1970 door de Italiaanse regering aangewezen als beschermd natuurgebied en mag niet zonder toestemming worden betreden. Je vindt er dan ook alleen nog een ruïne van een dertiende-eeuws klooster dat in 1553 door piraten werd verwoest. Het eilandje is vooral beroemd vanwege het boek ‘De graaf van Monte-Cristo’, dat in 1844 werd geschreven door Alexandre Dumas.

De scheve toren van Pisa

De scheve toren van Pisa

De scheve toren van Pisa

De scheve toren van Pisa, de Torre Pendente zoals de Italianen hem noemen, is het bekendste monument van heel Toscane – en misschien zelfs wel van het hele Italiaanse schiereiland. Zoals de aarde en de zwaartekracht een onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben op de toren, zo heeft de scheve toren zelf een onweerstaanbare aantrekkingskracht op toeristen van over de hele wereld. 

Het is niet alleen zo bijzonder dat de toren scheef staat, maar vooral dat hij al zo lang scheef staat. Al bijna meteen nadat de eerste stenen van de toren op elkaar waren gestapeld, in 1173, begon de toren namelijk al over te hellen.

Toscane_Italy_Pisa_toren_01.jpg

Van buitenaf zie je met eigen ogen hoe scheef de toren staat, maar pas wanneer je de toren ook beklimt voel je hoe ver de toren uit de het lood staat. Je evenwichtsorgaan heeft tijdens de klim naar boven echt even de tijd nodig om zich te herstellen. Na 296 treden, waarbij je soms zelfs even het gevoel krijgt naar beneden te lopen in plaats van omhoog, wacht een schitterend uitzicht over het Piazza dei Miracoli, maar vooral de vraag: hoe komt de toren zo scheef?

De eerste boosdoener is de grond waarop de toren staat. Het hele stuk grond waarop het Veld der Wonderen is gebouwd is vrij vochtig. De eerste bouwer wisten dus al dat de kans op verzakken groot was. Daar dachten ze echter iets op te hebben gevonden door een ronde toren te bouwen, waardoor de druk veel gelijker wordt verdeeld dan bij een vierkante toren. Ook werd er een flinke fundering gelegd, van maar liefst drie meter diep.

Toscane_Italy_Pisa_toren_03.jpg

Ondanks deze voorzorgsmaatregelen zakte de toren al bijna direct nadat de eerste laag klaar was in. De bouw werd onmiddellijk stopgezet maar in 1272 toch weer hervat. Een stukje toren was immers ook geen gezicht. Na zes jaar – en zeven verdiepingen – was men gedwongen om weer te stoppen. De toren stond 1,4 meter uit het lood en het was onverantwoord om verder te bouwen.

Bijna honderd jaar later, in 1370, bouwde men verder; ditmaal wel totdat de toren ‘af’ was. Dat dit grote gevolgen had voor het nog schever gaan staan van de toren, bleek eind achttiende eeuw. Op dat moment bleek de toren bijna 4 meter uit het lood te staan!

Toscane_Pisa_(39).jpg

Er werden verschillende mogelijke oplossingen bedacht om de toren wat rechter te maken, maar geen van alle had het gewenste resultaat. Pas in de zomer van 1992 werd er een concreet plan geopperd waarmee de toren in toom gehouden kan worden. De helling van de scheve toren werd met maar liefst 40 centimeter teruggebracht. Dat lijkt misschien weinig, maar alle beetjes helpen.

Zo kunnen ook volgende generaties op de foto met deze scheve toren en kunnen wij de toren weer beklimmen zonder bang te zijn dat hij onder onze voeten bezwijkt.

Toscane_Italy_Pisa_toren_02.jpg

De toren beklimmen

Kinderen mogen de toren pas beklimmen vanaf 8 jaar, en als ze tussen 8 en 10 jaar oud zijn, hoeven ze nog niet te betalen. Je koopt de kaartjes (€ 18,00) bij het loket, even ten noorden van de toren op het Piazza del Duomo, ook wel Piazza dei Miracoli (Plein der Wonderen) genoemd. Je krijgt een toegangstijd toegewezen, omdat er maar dertig mensen tegelijk worden toegelaten. Daarom mag je bezoek ook maximaal een half uur duren. Een audio guide is verkrijgbaar voor € 3.

Meer informatie over het bezoeken van de toren en de andere gebouwen op het Piazza dei Miracoli is te vinden op de website OPAPisa.it.

(foto’s Albert van den Boomen en Dennis Faro)

Fontebranda, waterbassin Siena

Fontebranda, waterbassin Siena

Fontebranda, waterbassin Siena

Aangezien Siena, anders dan andere grote steden in Italië als Rome, Florence, Milaan en Turijn, niet in de nabijheid van een rivier is gebouwd, heeft de stad altijd moeten zorgen voor een goede watertoevoer. Daarvoor werden eeuwen geleden grote waterbassins aangelegd in de stad, om regenwater op te vangen en te gebruiken. 

Toscane_fontebranda-siena-1.jpg

Het water werd opgevangen in grote bekkens, fonti genaamd, die meestal bestonden uit drie bassins. Eén bassin diende om het verse water in op te vangen, zodat het water gebruikt kon worden om te drinken en te koken. Het tweede bassin, met het overtollige water uit het eerste bassin, diende voor het drinkwater van paarden en andere dieren. In het derde bassin deed men de was. Het water dat dan nog over was, werd gebruikt voor de omliggende (moes)tuinen.

Toscane_fontebranda-siena-2.jpg

Fontebranda

De bekendste fonte van Siena is de Fonte Gaia op het Piazza del Campo, maar net buiten de stadsmuren vind je de mooiste, de oudste, de grootste en de belangrijkste fonte van Siena: Fontebranda. Met de bouw van de Fontebranda werd in 1081 begonnen, het waterbassin werd in 1198 vergroot en in 1248 voorzien van een gewelfd dak door Giovanni di Stefano. Het waterbassin maakt deel uit van de Contrada dell’Oca in Siena, de wijk van de gans, die hier ook de nieuwe contradaioli, in de wijk geboren baby’s, doopt en de overwinningsdiners houdt. Aan de buitenkant van de Fontebranda zie je drie dubbele spitsbogen versterkt met bakstenen en vier stenen leeuwen.

Toscane_fontebranda-siena-3a.jpg