Ribollita – Toscaanse soep

Ribollita – Toscaanse soep

Ribollita – Toscaanse soep

Deze dikke Toscaanse soep is vooral in de herfst en de winter heerlijk als lunch. De samenstelling van de ingrediënten verwarmt je tot in je tenen. De naam van de soep is afgeleid van een oud Toscaans gebruik om de soep na het maken af te laten koelen. Voordat de soep gegeten werd, werd alles nogmaals opgewarmd: ribollita dus, twee maal gekookt.

Ingrediënten (voor 4 personen):

4 tenen knoflook
2 rode uien
4 wortels
1 stengel bleekselderij
1 gedroogde peper
1 blik borlottibonen (of witte bonen)
extra vergine olijfolie
½ theelepel venkelzaad
200 gram tomaten (uit blik)
½ liter groentebouillon
500 gram cavolo nero (of boerenkool)
peper en zout
4 dikke sneden Toscaans brood (of zuurdesembrood)

Bereiding

Pel drie tenen knoflook en de uien en schrap de wortels. Snijd ze in kleine stukjes, evenals het bleke hart van de selderij. Verhit 3 eetlepels olijfolie in een pan met dikke bodem en voeg de ui, de selderij en de wortel toe, en vervolgens de knoflook, de venkelzaadjes en de aan stukken gehakte tomaten.

Breng op smaak met een beetje zout en laat circa 15 minuten sudderen onder af en toe roeren. Voeg de bonen en de bouillon toe, breng aan de kook en laat wederom 15 minuten sudderen. Snijd de nerven uit de cavolo nero, snijd de bladeren klein en kook ze 5 minuten in kokend water met een snufje zout. Schep de cavolo nero uit het water en meng door de soep. Voeg eventueel een beetje kookwater toe. Breng op smaak met peper en zout.

Rooster de sneden brood aan beide kanten en wrijf ze in met het laatste, doormidden gesneden, teentje knoflook. Breek het brood en verdeel het over de soepborden. Giet wat olijfolie over het brood. Schep de soep eroverheen, giet er nog een scheutje olijfolie overheen en serveer direct.

Bistecca alla fiorentina

Bistecca alla fiorentina

Bistecca alla fiorentina

Voor de vleesliefhebber die in Toscane vertoeft, is het een must om Bistecca alla Fiorentina te bestellen. De bistecca alla fiorentina wordt gemaakt van de T-bonesteak, een fors stuk vlees dat tussen 600 en 800 gram weegt en twee vingers dik is.

We kunnen iedereen aanraden dit regionale gerecht eens te proberen als je in Toscane bent. Je kunt er alleen een salade naast nemen en het is beter om geen primo vooraf te nemen. Of misschien nog beter: je deelt de steak met je tafelgenoot…

Ingrediënten:

2 stuks ribeye* van ongeveer 3-4 centimeter dikte
grof (zee)zout
extra vergine olijfolie

*T-bonesteaks zijn moeilijk verkrijgbaar en de ribeye is een heerlijk alternatief. Daarnaast heeft ribeye ‘normalere’ proporties, wat sommige mensen misschien meer aanspreekt.

Bereiding

Zorg dat het vlees op kamertemperatuur is. Vet een grillpan in en laat goed heet worden. Bak de ribeye 3 tot 4 minuten (afhankelijk van de dikte) aan elke zijde rosé en keer regelmatig om. Verkort of verleng eventueel met een minuut aan elke zijde als je liever rood of doorbakken vlees hebt. Laat 5 minuten rusten onder aluminiumfolie. Snijd de ribeye vervolgens in plakken, bestrooi met grof zout en schenk er wat lekkere olijfolie overheen. Serveer met salade.

Cantuccini

Cantuccini

Cantuccini

Hoewel cantuccini oorspronkelijk uit Prato komen (ze heten officieel ook biscotti di Prato), kun je ze ook overal in Toscane vinden. Heerlijk bij een romige cappuccino of na het eten met een glaasje vin Santo. Zelf bakken kan natuurlijk ook, bijvoorbeeld deze variant met chocolade en noten.

Ingrediënten voor cantuccini voor 6 personen:

1 ei
125 gram bloem
50 gram boter
125 gram poedersuiker
1 theelepel bakpoeder
50 gram hazelnoten
50 gram amandelen
snufje zout
50 gram bittere chocolade

Bereiding

Verwarm de oven tot 160 °C. Rooster de hele hazelnoten 5 minuten in de oven. Meng nu de bloem, het ei, de boter, de suiker, het bakpoeder en het zout tot een stevig deeg. Kneed hier de noten en de grof gesneden chocolade doorheen.

Laat dit deeg in plasticfolie in de koelkast een kwartier rusten. Vorm er vervolgens lange ‘worsten’ van. Druk deze een beetje plat. Doe 15 min. in de oven. Haal uit de oven, snij schuin in stukjes. Leg deze stukjes weer 5 min. op de bakplaat. Neem uit de oven en laat afkoelen. Serveer bij een kopje koffie of Vin Santo of ‘gewone’ dessertwijn.

Torta della nonna

Torta della nonna

Torta della nonna

Torta della nonna, oftewel grootmoeders taart, is een echt Toscaans recept. Het is een zoete pastei die wordt afgedekt met een lekker boterdeeg. De bodem is cake-achtig en wordt gemaakt van heel veel eieren, boter, geraspte citroenschil en suiker. De vulling is een mengsel van losgeklopte ricotta en vanillevla, op smaak gebracht met citroen.

Ingrediënten (voor 12 personen)

Voor het deeg: 500 gram kristalsuiker | 7 middelgrote biologische eieren | 500 gram zachte boter | 1 kilo bloem | 1 eetlepel poedersuiker | 1 eetlepel bakpoeder | geraspte schil van 2 citroenen | 20 gram pijnboompitten

Voor de roomvulling: 200 ml melk | schil en sap van 1 citroen | 1 vanillestokje, in de lengte gespleten | 250 gram kristalsuiker| 3 middelgrote biologische eieren | 4 eetlepels bloem | 350 gram ricotta, losgeklopt met een vork

Bereidingswijze

Klop voor het deeg de suiker en 6 eieren door elkaar. Meng lepel voor lepel de zachte boter erdoor, gevolgd door de bloem, de poedersuiker, het bakpoeder en de citroenrasp. Meng alles snel, dek het af met plastic folie en zet het 30 minuten in de koelkast.

Breng voor de vulling in een pan met dikke bodem de melk met de citroenschil en het vanillestokje tegen de kook aan. Verwijder de citroenschil, schraap het merg uit het vanillestokje en gooi het stokje weg.

Meng in een kom de suiker met de bloem. Klop de eieren er een voor een door, schenk dit mengsel bij de melk en verwarm alles roerend op laag vuur tot je een dikke vla hebt; dat duurt zo’n 5 minuten. Het is belangrijk dat je de vla verwarmt tot de smaak van de bloem is verdwenen, maar wees voorzichtig: als je het mengsel te snel laat koken, zal de vla schiften. Schenk de vla in een kom en laat hem afkoelen. Roer de ricotta en het citroenrasp door de afgekoelde vla.

Verwarm de oven voor tot 180 °C, beboter een ondiepe taartvorm van 30 cm in doorsnee en bestuif hem met bloem. Rol de helft van het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van 1 cm dik en met ongeveer dezelfde diameter als de vorm. Leg de deeglap in de vorm en druk hem uit, zodat de hele bodem ermee bedekt wordt.

Schep er een dikke laag van de roomvulling op; laat rondom een rand vrij van 1,5 cm. Rol de tweede portie deeg uit. Maak die iets dunner dan de eerste (circa 5 mm) en 2 cm breder in doorsnee. Leg de lap voorzichtig in de vorm, zodat de hele vulling bedekt wordt, en druk hem langs de rand aan met je vingers, tot op het deeg op de bodem van de vorm.

Klop in een kommetje het resterende ei los en bestrijk daarmee de bovenkant van de taart. Bestrooi hem licht met 1 eetlepel kristalsuiker en strooi de pijnboompitten erover. Zet de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven.

Dit recept is afkomstig uit het Klassiek Italiaans Kookboek.

Panforte

Panforte

Panforte

Siena is bekend om panforte, dat letterlijk ‘stevig brood’ betekent. De geschiedenis van de panforte gaat bijna net zo ver terug als de geschiedenis van de Palio van Siena. Volgens de kenners werd de eerste panforte al rond 1200 gemaakt, toen de handel met het Verre Oosten dankzij de kruistochten tot bloei was gekomen. De inwoners van Siena maakten voor het eerst kennis met tot dan toe onbekende kruiden als kaneel, koriander, kruidnagel, kardemom en nootmuskaat.

Ingrediënten:

100 gram gedroogde vijgen
100 gram gekonfijte vruchtjes
10 gram pistachenootjes
100 gram hazelnoten
100 gram bloem
100 gram suiker
100 gram honing
2 theelepels kaneel
snufje zout en snufje witte peper
boter

Bereiding

Snijd de gedroogde vijgen in stukjes. Meng de vijgen met de gekonfijte vruchtjes, de pistachenootjes, de hazelnoten en de bloem. Doe de suiker en de honing in een pannetje met 1 eetlepel water. Roer goed door op laag vuur en kook in tot een dikke stroop (tot 130 °C). Roer 50 gram boter door de suikerstroop.

Vet een lage bakvorm in met boter en bekleed met bakpapier. Meng de warme stroop snel met alle droge ingrediënten en schep alles in de bakvorm. Duw goed aan (dat gaat beter met natte handen). Dit moet wel snel gebeuren want de stroop koelt snel af en wordt dan onhandelbaar. Zet de vorm 30 minuten in een voorverwarmde oven (150 °C). Laat na het bakken goed afkoelen en snijd de panforte voor het serveren in kleine puntjes.

Bruschetta met gegrilde aubergines

Bruschetta met gegrilde aubergines

Bruschetta met gegrilde aubergines

Waarschijnlijk kennen jullie allemaal wel de klassieke bruschetta met alleen een beetje olijfolie of met tomaat, maar wij geven hier het recept van de meer bijzondere en o zo smaakvolle bruschetta: Bruschetta met gegrilde aubergines. Een heerlijk, makkelijk, zomers en Italiaans recept – perfect als lunch of antipasto op een zonnige warme dag!

Lagomaggiore_recept-aubergines-2.jpg

Ingrediënten:

1 (kleine) aubergine
1 ciabatta brood
1 teen knoflook
handjevol peterselie
olijfolie extra vergine

Bereidingswijze:

Was de aubergine en snij in dunne plakken.
Grill de plakken aubergine in een grillpan.
Snij de peterselie fijn en vermeng met een beetje olijfolie.
Snij het brood in dunne plakken en grill in een grillpan.
Wrijf de knoflook over het warme brood.
Leg de gegrilde aubergine op het brood en schenk er een heel klein beetje olijfolie met peterselie overheen.

Buon appetito!!

Recept en foto’s door Letizia Argiolu 

Lagomaggiore_recept-aubergine-1a.jpg