Val d’Orcia

Val d’Orcia

Val d’Orcia

De Val d’Orcia is één van de mooiste streken van Toscane. Het gebied met het prachtige landschap ligt ten zuiden van Siena en is tegenwoordig beschermd als natuur -en cultuurpark. Val d’Orcia wordt sinds 2004 zelfs erkend als werelderfgoed door UNESCO. De streek is vernoemd naar de rivier de Orcia, die door het gebied stroomt. In het zuiden wordt de streek begrensd door de uitgebluste vulkaan Monte Amiata.

Val d’Orcia is vooral beroemd door het prachtige landschap met heuvels met wijngaarden, cipressen, tarwevelden en boerderijen of kleine dorpjes op de top. Maar in de streek liggen ook mooie stadjes en dorpen als Pienza, Montalcino, Radicofani, Castiglion d’Orcia, Monticchiello, San Quirico d’Orcia, Torrenieri en Bagno Vignoni. De streek produceert heel wat heerlijke streekproducten zoals de klassewijn Brunello di Montalcino en de kaas pecorino di Pienza.

Bezienswaardigheden Val d’Orcia

De mooiste en belangrijkste stadjes van de Val d’Orcia zijn de renaissance stad Pienza en het wijnstadje Montalcino. Verder heb je een groot aantal kleinere pittoreske stadjes en dorpen waaronder San Quirico d’Orcia, Radicofani, Castiglion d’Orcia, Monticchiello, Torrenieri en Bagno Vignoni. De laatste bevindt zich in een gebied van natuurlijke warmwaterbronnen waar je heerlijk kunt ontspannen in het warme zwavelhoudende water. Andere kuuroorden vind je in Chianciano Terme en Bagni San Filippo.

Capella della Madonna di Vitaleta

Een van de mooiste plekjes in Val d’Orcia en Toscane is de Cappella della Madonna di Vitaleta. De iconische kapel en het bosje cipressen op de weg tussen Montalcino en San Quirico d’Orcia is een van de meest gefotografeerde plaatsen in Toscane. De kapel is vernoemd naar de Madonna di Vitaleta. De beeldhouwer Andrea della Robbia maakte dit mooie Mariabeeld in 1590. Het beeld is nu te vinden in de Chiesa di San Francesco in het dichtbijgelegen dorpje San Quirico.

Niet ver van deze kapel bij Località I Triboli vind je een heuvel met een bijzondere groep cipressen. Aan beide zijden van de weg staat een halve cirkel aan cipressen.Ook deze cirkel van cipressen mag je niet missen!

Fietsen en wandelen

De Val d’Orcia is prima geschikt om te fietsen en te wandelen, de omgeving is heuvelachtig waardoor je dus niet echt lastige lange beklimmingen te verduren krijgt. Er loopt ook een gedeelte van het parcours van de wielerkoers Strade Bianchi en de retro wielerronde Eroica door de streek. Het parcours van deze wedstrijden voert voor een flink deel over de onverharde zandwegen met grind, de zogenaamde strade bianche.

Eén van de mooiste wandelroutes is de Sentiero delle gole dell’Orcia die start en eindigt in San Quirico d’Orcia. De tocht is 12 kilometer lang en je passeert ondermeer Romitorio, Castello Ripa d’Orcia, Bagno Vignoni en Vignoni.

Streekproducten

De streek produceert één van de beste Toscaanse wijnen, namelijk de Brunello di Montalcino die geroemd wordt voor zijn volle smaak door het rijpingsproces van drie jaar in eikenhouten vaten. De Rosso di Montalcino is het jongere broertje van de Brunello. Daarnaast genieten wijnen als de Nobile di Montepulciano, de Rosso Orcia en nog meer uitstekende wijnen een beschermend DOCG kenteken.

Andere streekproducten zijn de kaas Pecorino di Pienza, de pasta pici en salami’s en ham van het ras Cinta Senese. In de buurt vind je ook overal restaurants die gerechten maken op basis van die producten en vooral rond Montalcino vind je enotheken en wijndomeinen waar je de Montalcino wijnen kunt proeven.

Stadjes en dorpen

In de Val d’Orcia vind je een aantal leuke stadjes en dorpen.

Pienza
Pienza is een klein stadje op de top van een heuvel, het staat sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het centrale plein, het Piazza Pio II, is aangelegd in de vorm van een trapeze. Zo vormt het plein als het ware een toneel, omringd door de belangrijkste gebouwen van de stad. De gotische San Francesco met schitterende fresco’s en het prachtige Palazzo Piccolomini zijn een bezoek waard. Pienza is ook ‘de stad van de pecorino kaas’. In de smalle straatjes zie je tal van kaaswinkels, waar de pecorino’s liggen opgestapeld: kleine en grote, oude en jonge, zachte en harde.

Montalcino
Montalcino is een middeleeuws stadje, vooral bekend vanwege de beroemde wijn die er gemaakt wordt, de Brunello di Montalcino. Attracties zijn de prachtige Duomo,  het klooster van Sant’Agostino, het Palazzo dei Priori, het oude fort en het Santuario della Santissima Maria del Soccorso (waarvan het terras een prachtig uitzicht biedt).

Bagno Vignoni
Bagno Vignoni heeft een uniek dorpsplein. Het Piazza dei Sorgenti (‘Plein van de Bronnen’) is namelijk een rechthoekig bad uit de zestiende eeuw van 49 bij 29 meter. De natuurlijke warmwaterbron in het bad komt voort uit een vulkanische laag onder de grond, op duizend meter diepte, die met haar 52 graden al sinds de Romeinse tijden de voeten van vermoeide pelgrims en reizigers verwarmt.

Montichiello
Montichiello is een klein, middeleeuws dorp met een stadsmuur, ten zuiden van Pienza. Je hebt hier een prachtig uitzicht over het gebied. 

San Quirico
San Quirico is een ander middeleeuwse stadje. Hier kun je de prachtige Collegiata van San Quirico en Sinte Giulitta bewonderen, en ook de Tuinen van Leonini.

Andere bezienswaardigheden

Andere bezienswaardigheden in de Val d’Orcia zijn onder andere de Abdij van Sant’Antimo en het landgoed La Foce, een villa met schitterende tuinen. De Benedictijner abdij uit de twaalfde eeuw ligt midden in de prachtige natuur, in een vallei niet ver van Montalcino. Ongeveer een kwartier rijden ten zuiden van Montepulciano ligt La Foce. De schitterende tuinen van deze villa werden aan het begin van de twintigste eeuw ontworpen door de Britse tuinarchitect Cecil Pinsent.

Duomo van Siena in zwartwit

Duomo van Siena in zwartwit

Duomo van Siena in zwartwit

De Duomo van Siena is een schitterend schouwspel van wit en zwart marmer, met tal van versieringen aan zowel de buitenkant als binnen in de kerk. Een unieke kathedraal, die je tijdens je bezoek aan Siena zeker niet mag overslaan. 

Toscane_Italy_siena-Duomo-2.jpg

Hoe mooi de Duomo van Siena ook is, de kerk is eigenlijk nog steeds niet af. Deze kathedraal moest namelijk de grootste kerk ter wereld worden. De eerste steen werd gelegd in 1210, maar de eerste honderd jaar werd het bouwplan nog regelmatig gewijzigd. Het zou tot ver in de veertiende eeuw duren voor de kerk zo goed als voltooid was, althans: voordat men de bouw stopte. De kerk is namelijk ook nu nog steeds niet af.

Toscane_Italy_siena-Duomo-1.jpg

De onvoltooide muur die je rechts van de ingang ziet moest ooit de buitenzijde van de Duomo Nuovo vormen, waarvoor de kerk die er nu nog steeds staat als dwarsschip moest dienen. De enorm opgelopen kosten en een pestepidemie maakten een einde aan het ambitieuze bouwplan. De bouwwerkzaamheden werden per direct stopgezet, hetgeen ervoor heeft gezorgd dat aan de rechterkant van de Duomo een onvoltooid stuk muur staat.

Toscane_Italy_siena-Duomo-3.jpg

Op en om de Duomo zijn zwart en wit de overheersende kleuren, niet verrassend in de stad waarvan het wapen, de balzana, bestaat uit een zwarte en een witte streep. Naast deze steeds terugkerende kleurencombinatie is er in de Duomo veel moois te zien: het prachtige glas-in-loodvenster van Duccio di Buoninsegna, pausen die hun hoofd door de kroonlijst steken, Donatello’s Johannes de Doper, de Libreria Piccolomini (met schitterende miniaturen) en, het allermooist, de vloer, bestaande uit 57 verschillende vlakken met mozaïek en inlegwerk.

Vloer

De vloer is ’s zomers helaas vaak bedekt, zodat de vele toeristen de mozaïeken niet te zeer beschadigen. In het Museo dell’Opera del Duomo, naast de kathedraal, kun je een mooi overzicht zien van de gehele vloer. Hier vind je ook het originele glas-in-lood van het roosvenster van Duccio Di Buonisegna en allerlei andere kunstschatten die ooit in de Duomo te vinden waren. Het museum biedt ook toegang tot het uitkijkpunt boven op de onafgemaakte muur, vanwaar je neerkijkt op de terracottakleurige daken van de stad en de groene heuvels eromheen.

TIP1: Soms de vloer van de Duomo van Siena in vol ornaat bewonderen. De vloer wordt dan niet afgedekt, zodat alle bezoekers kunnen genieten van alle pracht en praal!

TIP2: Soms is ook het bovenste gedeelte van de Duomo geopend voor bezoekers. De Sienesi noemen dit La Porta del Cielo de hemelpoort. Via spiraalvormige trappen klim je omhoog in de kerk, zodat je een schitterend zicht hebt op alle architectuurwonderen in de Duomo, met onder andere het glas-in-loodraam van Duccio di Buoninsegna en de prachtige koepel.

Wil je de ‘hemelpoort’ van de Duomo bezichtigen, dan moet je wel een rondleiding boeken – op eigen gelegenheid omhoog is niet toegestaan. Kijk voor meer informatie over een bezoek aan de Duomo van Siena op de website van Opera Duomo Siena.

Lees meer over Siena en haar bezienswaardigheden in dit artikel.

Openingstijden

Openingstijden

Openingstijden

Het is natuurlijk eigenlijk onmogelijk om iets algemeens te zeggen over de openingstijden van de bezienswaardigheden en winkels in Toscane – het blijft ten slotte Italië , waar niets zeker is en waar elke dag anders kan zijn dan de vorige. Maar het is goed om in elk geval rekening te houden met onderstaande opmerkingen.

Toscane_openingtijden.jpg

Kerken

De meeste kerken openen ’s ochtends al vroeg hun deuren voor de eerste mis. Tot de lunchpauze (die meestal rond 13.00 uur begint, maar een uurtje eerder kan ook) blijven de meeste kerken open, waarna ze tot het einde van de middag gesloten blijven. Vanaf 16.00 uur kun je meestal wel weer naar binnen. Om 18.00 uur gaan de meeste kerken weer dicht.

Winkels

Ditzelfde geldt ook voor de winkels. Hoewel steeds meer winkels, zeker de grote ketens in de bekende winkelstraten, de hele dag open blijven, hanteren veel kleinere winkels dezelfde openingstijden als de kerken, dus van 9.00 uur ’s ochtends tot 13.00 uur ’s middags, en dan weer van 16.00 tot 20.00 uur.

Musea

Ook de musea houden vaak dit tijdschema aan, al zijn er heel veel musea en bezienswaardigheden die alleen ’s ochtends open zijn. Check om teleurstelling te voorkomen dus goed de openingstijden van de plekken in Toscane die je echt graag wilt bezoeken. Let hierbij ook op het feit dat veel bezienswaardigheden aparte openingstijden kennen voor de winter en de zomer. In de zomer zijn ze vaak langer of op meerdere dagen te bezoeken. Op de belangrijkste feestdagen, zoals Nieuwjaarsdag, 1 mei, Ferragosto (15 augustus) en Eerste Kerstdag, zijn de meeste musea gesloten.

Restaurants

Restaurants zijn voor de lunch geopend tussen 12.00 en 15.00 uur en voor het diner vanaf 19.30 uur. Uiteraard zijn er veel gelegenheden waar je de hele dag door kunt eten, maar de echte osterie en trattorie houden zich strikt aan deze tijden. Gelukkig zijn de meeste koffiebarretjes en ijssalons van de vroege ochtend tot diep in de nacht geopend, zodat je je honger altijd op Italiaanse wijze kunt stillen!

Fontebranda, waterbassin Siena

Fontebranda, waterbassin Siena

Fontebranda, waterbassin Siena

Aangezien Siena, anders dan andere grote steden in Italië als Rome, Florence, Milaan en Turijn, niet in de nabijheid van een rivier is gebouwd, heeft de stad altijd moeten zorgen voor een goede watertoevoer. Daarvoor werden eeuwen geleden grote waterbassins aangelegd in de stad, om regenwater op te vangen en te gebruiken. 

Toscane_fontebranda-siena-1.jpg

Het water werd opgevangen in grote bekkens, fonti genaamd, die meestal bestonden uit drie bassins. Eén bassin diende om het verse water in op te vangen, zodat het water gebruikt kon worden om te drinken en te koken. Het tweede bassin, met het overtollige water uit het eerste bassin, diende voor het drinkwater van paarden en andere dieren. In het derde bassin deed men de was. Het water dat dan nog over was, werd gebruikt voor de omliggende (moes)tuinen.

Toscane_fontebranda-siena-2.jpg

Fontebranda

De bekendste fonte van Siena is de Fonte Gaia op het Piazza del Campo, maar net buiten de stadsmuren vind je de mooiste, de oudste, de grootste en de belangrijkste fonte van Siena: Fontebranda. Met de bouw van de Fontebranda werd in 1081 begonnen, het waterbassin werd in 1198 vergroot en in 1248 voorzien van een gewelfd dak door Giovanni di Stefano. Het waterbassin maakt deel uit van de Contrada dell’Oca in Siena, de wijk van de gans, die hier ook de nieuwe contradaioli, in de wijk geboren baby’s, doopt en de overwinningsdiners houdt. Aan de buitenkant van de Fontebranda zie je drie dubbele spitsbogen versterkt met bakstenen en vier stenen leeuwen.

Toscane_fontebranda-siena-3a.jpg

Toscaanse archipel – parels in zee

Toscaanse archipel – parels in zee

Toscaanse archipel – parels in zee

Volgens een mooie legende brak de parelketting van Venus, godin van de liefde en de schoonheid, precies boven de Tyrrheense Zee. Elke parel die het wateroppervlak raakte, veranderde in een eiland. Samen vormen deze eilanden, Elba, Giglio, Giannutri, Capraia, Pianosa en Montecristo, de Toscaanse archipel.

Toscane_monumenten-elba-g.jpg

Elba

Vanuit Piombino vertrekt meerdere keren per dag een veerboot naar Elba. Elba is verreweg het grootste eiland en vooral bekend vanwege Napoleon, die hier een tijdje verbleef. In de Villa dei Mulini, waar hij woonde, vind je nog het bed waarin hij ooit woelde en droomde en zijn enorme boekencollectie. Ook de kamers van Paolina, Napoleons zus, zijn nog grotendeels in originele staat. Daarnaast vind je op Elba fijne stranden, schitterende vergezichten en ongerepte stukken natuur.

Toscane_monumenten-elba-g2.jpg

Giglio

Giglio is volgens velen het mooiste eiland van Toscane. De prachtige zandstranden en het heldere water, waarin je al snorkelend de prachtigste flora en fauna ontdekt, zijn in elk geval een paradijsje op aarde!

Montecristo

Montecristo is een heus onbewoond eiland! Het is in 1970 door de Italiaanse regering aangewezen als beschermd natuurgebied en mag niet zonder toestemming worden betreden. Je vindt er dan ook alleen nog een ruïne van een dertiende-eeuws klooster dat in 1553 door piraten werd verwoest. Het eilandje is vooral beroemd vanwege het boek ‘De graaf van Monte-Cristo’, dat in 1844 werd geschreven door Alexandre Dumas.

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Abdij van Monte Oliveto Maggiore

Tussen Buonconvento en Asciano ligt de Abbazia di Monte Oliveto Maggiore. Deze benedictijner abdij is pittoresk gelegen in een bosrijk park in het heuvelachtige gebied van Le Crete Senesi en wordt nog altijd door monniken bewoond. De prachtige ligging van de abdij en de unieke fresco’s die de grote kloostergang sieren, maken deze abdij tot een verplichte stop voor wie de regio bezoekt.

Toscane_monumenten-monte-oliveto-maggiore.jpg

De abdij van Monte Oliveto Maggiore werd omstreeks 1313 gesticht door Bernardo Tolomei, een edelman uit Siena die met enkele metgezellen de wereld de rug toekeerde om hier als ‘olivetaner benedictijnen’ in afzondering te leven. De orde werd in 1344 door paus Clemens VI erkend en dat was de start van de verdere ontwikkeling van de abdij die meer dan vier eeuwen lang zou blijven groeien en uitbreiden.

De toegang van het enorme complex wordt gevormd door een poortgebouw dat met zijn gekanteelde toren op een een middeleeuws kasteel lijkt. Voorbij de poort voert een pad dat behoorlijk steil naar beneden leidt naar de 15e-eeuwse kerk die in de 18e eeuw ingrijpend is gewijzigd en van haar originele uiterlijk nog enkel het portaal en de campanile heeft bewaard. Rechts van de kerk is de ingang van het klooster.

Fresco’s

De kloostergang die de binnentuin omsluit, is van een indrukwekkende schoonheid. De wanden zijn beschilderd met kleurrijke fresco’s die in 36 taferelen het leven voorstellen van de heilige Benedictus van Nursia, stichter van de naar hem genoemde benedictijnerorde. De frescocyclus is een van de grootste uit de renaissance-schilderkunst en van de hand van Luca Signorelli en Giovanni Antonio Bazzi, bijgenaamd ‘il Sodoma’. Signorelli schilderde negen taferelen (21 tot en met 29) in de periode 1497-1498 en Bazzi nam de andere voor zijn rekening in 1505.

Vanuit de kruisgang leiden een gang, waar Sodoma nog twee fresco’s heeft geschilderd, naar de hoogbarokke kerk die de moeite waard is dankzij de prachtige, met houtinlegwerk versierde koorbanken uit de vroege 16e eeuw, van de hand van Fra’ Giovanni da Verona.

Een dertigtal monniken houden er nog altijd de regel van Benedictus – ‘ora et labora’ – in ere : ze brengen de dag door al biddend en werkend. Dat laatste onder meer door het maken van olijfolie, wijn en likeur.