Uno, due, tre…

Uno, due, tre…

Uno, due, tre…

..en daar gaat het muntje over je schouder de Trevifontein in Rome in. Maar ook in andere gevallen is het handig als je in het Italiaans kunt tellen. Met onderstaand lijstje kom je een heel eind!

Tellen in het Italiaans. Getallen, cijfers en nummers in het Italiaans.

1uno
2due
3tre
4quattro
5cinque
6sei
7sette
8otto
9nove
10dieci
11undici
12dodici
13tredici
14quattordici
15quindici
16sedici
17diciassette
18diciotto
19diciannove
20venti
21ventuno
22ventidue
23ventitre
24ventiquattro
25venticinque
26ventisei
27ventisette
28ventotto
29ventinove
30trenta
40quaranta
50cinquanta
60sessanta
70settanta
80ottanta
90novanta
100cento
200duecento
300trecento
400quattrocento
500cinquecento
600seicento
700settecento
800ottocento
900novecento
1000mila
eersteprimo
tweedesecondo
derdeterzo
vierdequarto
vijfdequinto

Dagen, weken, maanden

Dagen, weken, maanden

Dagen, weken, maanden

Eigenlijk ben je pas echt even op vakantie in Toscane als je geen idee meer hebt van de dagen van de week, maar voor wie toch een beetje de dagen wil blijven volgen moet het dan maar in het Italiaans kunnen doen:

maandaglunedì
dinsdagmartedì
woensdagmercoledì
donderdaggiovedì
vrijdagvenerdì
zaterdagsabato
zondagdomenica
januarigennaio
februarifebbraio
maartmarzo
aprilaprile
meimaggio
junigiugno
juliluglio
augustusagosto
septembersettembre
oktoberottobre
novembernovembre
decemberdicembre
lenteprimavera
zomerestate
herfstautunno
winterinverno
nuadesso / ora
daggiorno
weeksettimana
maandmese
jaaranno
vandaagoggi
morgendomani
overmorgendopodomani
gisterenieri
eergisterenl’altro ieri
volgende weekla settimana prossima
vorige weekla settimana scorsa
3 dagen geleden3 giorni fa
dagelijksquotidiano
wekelijkssettimanale
maandelijksmensile
werkdageni giorni feriali
zon- en feestdageni giorni festivi
vakantiele ferie / la vacanza

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Als je kaartjes hebt voor een bijzondere voorstelling of expositie in Toscane wil je natuurlijk wel op tijd op de afgesproken plek verschijnen. Een Italiaan vragen hoe laat het is, getuigt dan niet alleen van een goede kennis van het Italiaans maar is vaak ook het begin van een geanimeerd gesprek over de schoonheid van de stad. Maar vergeet dan de tijd niet, want voor je het weet zit je samen aan de koffie!

Toscane_woorden-tijd.jpg

De juiste kamer

De juiste kamer

De juiste kamer

Wil je in Toscane in het Italiaans een hotelkamer boeken, dan kom je vast en zeker de volgende termen tegen:

Toscane_woorden-hotel.jpg
eenpersoonskamercamera singola
tweepersoonskamercamera doppia
kamer met twee aparte beddencamera a due letti
tweepersoonsbedletto matrimoniale
badkamerbagno
douchedoccia
badvasca da bagno
balkonbalcone
terrasterrazza
parkeerplaatsparcheggio
ontbijt(prima) colazione
lunchpranzo
dinercena
sleutelchiave
reserveringprenotazione
betalingpagamento
adresindirizzo
telefoonnummernumero di telefono

Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

In Toscane kun je heerlijk eten. Maar waar kun je nu het beste naartoe? Naar een echt ristorante, een trattoria of gewoon gezellig naar een pizzeria? En wat is het verschil eigenlijk?

De kleine Italiaans voor Dummies zet de verschillende Italiaanse eetgelegenheden voor je op een rijtje. Voordat je in Italië je honger gaat stillen, moet je bepalen waar je dat gaat doen. Het grote aanbod restaurants in Italie maakt de keuze er niet makkelijker op. Je kunt kiezen uit:

bar (bar): een Italiaanse bar met allerlei drankjes en kleine hapjes.
paninoteca (pa-nie-no-te-ka): hier kun je allerlei warme en koude broodjes krijgen.
osteria (os-te-rie-ja): een kleine eetgelegenheid waar je een eenvoudige, maar smakelijke hap kunt krijgen. De prijzen zijn meestal laag.
trattoria (trat-to-rie-ja): een trattoria houdt het midden tussen een osteria en een restaurant. De prijzen zijn gemiddeld.
taverna (ta-ver-na): de kwaliteit van het eten en drinken is iets lager dan in een trattoria.
ristorante (ries-to-ran-te): Italië kent uitstekende restaurants, maar de prijzen variëren nogal. De beste strategie: bekijk eerst de prijzen en beslis daarna.
pizzeria (piet-tse-rie-ja): de meeste verkopen veel verschillende pizza’s. Pizza’s zijn altijd goed in Italië. Je kunt hier ook pasta en salade krijgen.
tavola calda (ta-vo-la kal-da): een soort fastfoodrestaurant of afhaalrestaurant, waar je warme gerechten kunt krijgen.

Tja, hier moeten we toch even ingrijpen in de tekst van De kleine Italiaans voor dummies. Vooral bij de pizzeria. De echte Italiaanse pizzeria verkoopt namelijk maar een paar soorten pizza: de margherita, de marinara en soms nog een variant als extra margherita (met extra mozzarella). Dus niks geen veel verschillende pizza’s; dat doen ze puur voor de toeristen. En dus eigenlijk ook geen pasta en salade – bij een pizza drink je cola of bier, een uitgebreider menu is er vaak niet.

Lees en leer meer in:

De kleine Italiaans voor Dummies
Francesca Roman Onofri & Karen Antje Moller
ISBN 9789043023245
€ 7,95
Pearson Education

Pin It on Pinterest