Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

Lekker uit eten – Waar stil je in Toscane je honger?

In Toscane kun je heerlijk eten. Maar waar kun je nu het beste naartoe? Naar een echt ristorante, een trattoria of gewoon gezellig naar een pizzeria? En wat is het verschil eigenlijk?

De kleine Italiaans voor Dummies zet de verschillende Italiaanse eetgelegenheden voor je op een rijtje. Voordat je in Italië je honger gaat stillen, moet je bepalen waar je dat gaat doen. Het grote aanbod restaurants in Italie maakt de keuze er niet makkelijker op. Je kunt kiezen uit:

bar (bar): een Italiaanse bar met allerlei drankjes en kleine hapjes.
paninoteca (pa-nie-no-te-ka): hier kun je allerlei warme en koude broodjes krijgen.
osteria (os-te-rie-ja): een kleine eetgelegenheid waar je een eenvoudige, maar smakelijke hap kunt krijgen. De prijzen zijn meestal laag.
trattoria (trat-to-rie-ja): een trattoria houdt het midden tussen een osteria en een restaurant. De prijzen zijn gemiddeld.
taverna (ta-ver-na): de kwaliteit van het eten en drinken is iets lager dan in een trattoria.
ristorante (ries-to-ran-te): Italië kent uitstekende restaurants, maar de prijzen variëren nogal. De beste strategie: bekijk eerst de prijzen en beslis daarna.
pizzeria (piet-tse-rie-ja): de meeste verkopen veel verschillende pizza’s. Pizza’s zijn altijd goed in Italië. Je kunt hier ook pasta en salade krijgen.
tavola calda (ta-vo-la kal-da): een soort fastfoodrestaurant of afhaalrestaurant, waar je warme gerechten kunt krijgen.

Tja, hier moeten we toch even ingrijpen in de tekst van De kleine Italiaans voor dummies. Vooral bij de pizzeria. De echte Italiaanse pizzeria verkoopt namelijk maar een paar soorten pizza: de margherita, de marinara en soms nog een variant als extra margherita (met extra mozzarella). Dus niks geen veel verschillende pizza’s; dat doen ze puur voor de toeristen. En dus eigenlijk ook geen pasta en salade – bij een pizza drink je cola of bier, een uitgebreider menu is er vaak niet.

Lees en leer meer in:

De kleine Italiaans voor Dummies
Francesca Roman Onofri & Karen Antje Moller
ISBN 9789043023245
€ 7,95
Pearson Education

Buongiorno!

Buongiorno!

Buongiorno!

Een begroeting in het Italiaans opent vaak veel deuren die anders gesloten blijven. Zo zal de barman je net even eerder je koffie voorschotelen en laat een winkelmedewerker je op je gemak rondkijken. 

Het scheelt vaak veel als je iemand kunt begroeten in zijn eigen taal, of als je weet hoe je zegt dat het eten heerlijk gesmaakt heeft. Je contacten met de locals in Toscane verlopen zo net even wat leuker. Met onderstaand lijstje en een beetje oefening word je een graag geziene gast in Toscane!

ciao
hallo / dag ciao
goedendag buongiorno
goedemorgen buongiorno
goedemiddag buona sera (dat zeg je al vanaf een uur of drie ‘s middags)
goedenavond buona sera
goedenacht buona notte
tot ziens arrivederci
ik heet … mi chiamo …
hoe heet jij? come ti chiami?
hoe heet u? come si chiama?
hoe gaat het met jou? come stai?
hoe gaat het met u? comesta?
wacht even aspetta
oké / het is goed va bene
ik vind ’t leuk mi piace
ik vind ’t niet leuk non mi piace

Uno, due, tre…

Uno, due, tre…

Uno, due, tre…

..en daar gaat het muntje over je schouder de Trevifontein in Rome in. Maar ook in andere gevallen is het handig als je in het Italiaans kunt tellen. Met onderstaand lijstje kom je een heel eind!

Tellen in het Italiaans. Getallen, cijfers en nummers in het Italiaans.

1 uno
2 due
3 tre
4 quattro
5 cinque
6 sei
7 sette
8 otto
9 nove
10 dieci
11 undici
12 dodici
13 tredici
14 quattordici
15 quindici
16 sedici
17 diciassette
18 diciotto
19 diciannove
20 venti
21 ventuno
22 ventidue
23 ventitre
24 ventiquattro
25 venticinque
26 ventisei
27 ventisette
28 ventotto
29 ventinove
30 trenta
40 quaranta
50 cinquanta
60 sessanta
70 settanta
80 ottanta
90 novanta
100 cento
200 duecento
300 trecento
400 quattrocento
500 cinquecento
600 seicento
700 settecento
800 ottocento
900 novecento
1000 mila
eerste primo
tweede secondo
derde terzo
vierde quarto
vijfde quinto

Dagen, weken, maanden

Dagen, weken, maanden

Dagen, weken, maanden

Eigenlijk ben je pas echt even op vakantie in Toscane als je geen idee meer hebt van de dagen van de week, maar voor wie toch een beetje de dagen wil blijven volgen moet het dan maar in het Italiaans kunnen doen:

maandag lunedì
dinsdag martedì
woensdag mercoledì
donderdag giovedì
vrijdag venerdì
zaterdag sabato
zondag domenica
januari gennaio
februari febbraio
maart marzo
april aprile
mei maggio
juni giugno
juli luglio
augustus agosto
september settembre
oktober ottobre
november novembre
december dicembre
lente primavera
zomer estate
herfst autunno
winter inverno
nu adesso / ora
dag giorno
week settimana
maand mese
jaar anno
vandaag oggi
morgen domani
overmorgen dopodomani
gisteren ieri
eergisteren l’altro ieri
volgende week la settimana prossima
vorige week la settimana scorsa
3 dagen geleden 3 giorni fa
dagelijks quotidiano
wekelijks settimanale
maandelijks mensile
werkdagen i giorni feriali
zon- en feestdagen i giorni festivi
vakantie le ferie / la vacanza

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

Als je kaartjes hebt voor een bijzondere voorstelling of expositie in Toscane wil je natuurlijk wel op tijd op de afgesproken plek verschijnen. Een Italiaan vragen hoe laat het is, getuigt dan niet alleen van een goede kennis van het Italiaans maar is vaak ook het begin van een geanimeerd gesprek over de schoonheid van de stad. Maar vergeet dan de tijd niet, want voor je het weet zit je samen aan de koffie!

Toscane_woorden-tijd.jpg