Wie op deze manier de natuur doorkruist, moet wel wat kennis van zaken hebben, want als het in de beschrijving gaat over een notenboomgaard, is het wel makkelijk als je die herkent. Zoals je ook een beetje moet interpreteren, want paden veranderen, er waait eens een boom om of een enthousiaste groep Italianen maakt met hun quads een modderpoel waar eens een pad heeft gelopen……
Voorjaar
Wandelen in Toscane is ideaal eind april/begin mei. De temperatuur is over het algemeen aangenaam en de natuur staat er fris bij. De wijnranken zijn bijgeknipt, het onkruid is weggehaald, er wordt hier en daar wat gespoten. De olijfbomen zijn gesnoeid, her en der zien we vuurtjes waar boeren de takken verbranden. Nu mag dat nog kennelijk. Vogeltjes hebben het naar hun zin, salamanders en hagedissen schieten weg in de lage struiken. De verdorde blaadjes zorgen voor een geheimzinnig ritselen.
De cipres, zowat hét symbool voor Toscane, is mooi in het landschap, maar biedt de wandelaar nauwelijks enige beschutting als de zon fel schijnt. En trouwens ook niet als het regent. En ook dat komt voor. Het is uiteraard niet zomaar zo mooi en fris groen.
Agriturismo
Her en der zijn overnachtingsmogelijkheden op het platteland en in de kleine steden op het platteland. De eerste dag van onze tocht naar Siena, verblijven we in zo’n agriturismo. Logeren bij de boer noemden wij dat zo’n vijftien jaar geleden. Ondertussen zijn veel van deze overnachtingadressen kleine plattelandspaleizen geworden. En vaak is de boer ook ver te zoeken. Toch zijn dat de mooie plekken. Waar mama kookt met de spullen van de streek.
Impruneta
Impruneta is de eerste stop. Twintig kilometer lopen vanaf Florence. In niets lijkt het hier op de drukke stad met zijn mondaine en peperdure winkels. Van al die honderdduizenden toeristen die jaarlijks Florence bezoeken, zien ze er in Impruntena maar een fractie.
In Florence hebben we ons tegoed gedaan aan een echte Bistecca Fiorentina. Vier ons was ons exemplaar, we zagen in een ander restaurant een minimum van een kilo, uiteraard wel met een gezelschap van vier te delen. Hier houden we het wat rustiger, er moet ook nog gelopen worden.