Cantuccini

Cantuccini

Cantuccini

Hoewel cantuccini oorspronkelijk uit Prato komen (ze heten officieel ook biscotti di Prato), kun je ze ook overal in Toscane vinden. Heerlijk bij een romige cappuccino of na het eten met een glaasje vin Santo. Zelf bakken kan natuurlijk ook, bijvoorbeeld deze variant met chocolade en noten.

Ingrediënten voor cantuccini voor 6 personen:

1 ei
125 gram bloem
50 gram boter
125 gram poedersuiker
1 theelepel bakpoeder
50 gram hazelnoten
50 gram amandelen
snufje zout
50 gram bittere chocolade

Bereiding

Verwarm de oven tot 160 °C. Rooster de hele hazelnoten 5 minuten in de oven. Meng nu de bloem, het ei, de boter, de suiker, het bakpoeder en het zout tot een stevig deeg. Kneed hier de noten en de grof gesneden chocolade doorheen.

Laat dit deeg in plasticfolie in de koelkast een kwartier rusten. Vorm er vervolgens lange ‘worsten’ van. Druk deze een beetje plat. Doe 15 min. in de oven. Haal uit de oven, snij schuin in stukjes. Leg deze stukjes weer 5 min. op de bakplaat. Neem uit de oven en laat afkoelen. Serveer bij een kopje koffie of Vin Santo of ‘gewone’ dessertwijn.

Torta della nonna

Torta della nonna

Torta della nonna

Torta della nonna, oftewel grootmoeders taart, is een echt Toscaans recept. Het is een zoete pastei die wordt afgedekt met een lekker boterdeeg. De bodem is cake-achtig en wordt gemaakt van heel veel eieren, boter, geraspte citroenschil en suiker. De vulling is een mengsel van losgeklopte ricotta en vanillevla, op smaak gebracht met citroen.

Ingrediënten (voor 12 personen)

Voor het deeg: 500 gram kristalsuiker | 7 middelgrote biologische eieren | 500 gram zachte boter | 1 kilo bloem | 1 eetlepel poedersuiker | 1 eetlepel bakpoeder | geraspte schil van 2 citroenen | 20 gram pijnboompitten

Voor de roomvulling: 200 ml melk | schil en sap van 1 citroen | 1 vanillestokje, in de lengte gespleten | 250 gram kristalsuiker| 3 middelgrote biologische eieren | 4 eetlepels bloem | 350 gram ricotta, losgeklopt met een vork

Bereidingswijze

Klop voor het deeg de suiker en 6 eieren door elkaar. Meng lepel voor lepel de zachte boter erdoor, gevolgd door de bloem, de poedersuiker, het bakpoeder en de citroenrasp. Meng alles snel, dek het af met plastic folie en zet het 30 minuten in de koelkast.

Breng voor de vulling in een pan met dikke bodem de melk met de citroenschil en het vanillestokje tegen de kook aan. Verwijder de citroenschil, schraap het merg uit het vanillestokje en gooi het stokje weg.

Meng in een kom de suiker met de bloem. Klop de eieren er een voor een door, schenk dit mengsel bij de melk en verwarm alles roerend op laag vuur tot je een dikke vla hebt; dat duurt zo’n 5 minuten. Het is belangrijk dat je de vla verwarmt tot de smaak van de bloem is verdwenen, maar wees voorzichtig: als je het mengsel te snel laat koken, zal de vla schiften. Schenk de vla in een kom en laat hem afkoelen. Roer de ricotta en het citroenrasp door de afgekoelde vla.

Verwarm de oven voor tot 180 °C, beboter een ondiepe taartvorm van 30 cm in doorsnee en bestuif hem met bloem. Rol de helft van het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van 1 cm dik en met ongeveer dezelfde diameter als de vorm. Leg de deeglap in de vorm en druk hem uit, zodat de hele bodem ermee bedekt wordt.

Schep er een dikke laag van de roomvulling op; laat rondom een rand vrij van 1,5 cm. Rol de tweede portie deeg uit. Maak die iets dunner dan de eerste (circa 5 mm) en 2 cm breder in doorsnee. Leg de lap voorzichtig in de vorm, zodat de hele vulling bedekt wordt, en druk hem langs de rand aan met je vingers, tot op het deeg op de bodem van de vorm.

Klop in een kommetje het resterende ei los en bestrijk daarmee de bovenkant van de taart. Bestrooi hem licht met 1 eetlepel kristalsuiker en strooi de pijnboompitten erover. Zet de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven.

Dit recept is afkomstig uit het Klassiek Italiaans Kookboek.

Panforte

Panforte

Panforte

Siena is bekend om panforte, dat letterlijk ‘stevig brood’ betekent. De geschiedenis van de panforte gaat bijna net zo ver terug als de geschiedenis van de Palio van Siena. Volgens de kenners werd de eerste panforte al rond 1200 gemaakt, toen de handel met het Verre Oosten dankzij de kruistochten tot bloei was gekomen. De inwoners van Siena maakten voor het eerst kennis met tot dan toe onbekende kruiden als kaneel, koriander, kruidnagel, kardemom en nootmuskaat.

Ingrediënten:

100 gram gedroogde vijgen
100 gram gekonfijte vruchtjes
10 gram pistachenootjes
100 gram hazelnoten
100 gram bloem
100 gram suiker
100 gram honing
2 theelepels kaneel
snufje zout en snufje witte peper
boter

Bereiding

Snijd de gedroogde vijgen in stukjes. Meng de vijgen met de gekonfijte vruchtjes, de pistachenootjes, de hazelnoten en de bloem. Doe de suiker en de honing in een pannetje met 1 eetlepel water. Roer goed door op laag vuur en kook in tot een dikke stroop (tot 130 °C). Roer 50 gram boter door de suikerstroop.

Vet een lage bakvorm in met boter en bekleed met bakpapier. Meng de warme stroop snel met alle droge ingrediënten en schep alles in de bakvorm. Duw goed aan (dat gaat beter met natte handen). Dit moet wel snel gebeuren want de stroop koelt snel af en wordt dan onhandelbaar. Zet de vorm 30 minuten in een voorverwarmde oven (150 °C). Laat na het bakken goed afkoelen en snijd de panforte voor het serveren in kleine puntjes.

Bruschetta met gegrilde aubergines

Bruschetta met gegrilde aubergines

Bruschetta met gegrilde aubergines

Waarschijnlijk kennen jullie allemaal wel de klassieke bruschetta met alleen een beetje olijfolie of met tomaat, maar wij geven hier het recept van de meer bijzondere en o zo smaakvolle bruschetta: Bruschetta met gegrilde aubergines. Een heerlijk, makkelijk, zomers en Italiaans recept – perfect als lunch of antipasto op een zonnige warme dag!

Lagomaggiore_recept-aubergines-2.jpg

Ingrediënten:

1 (kleine) aubergine
1 ciabatta brood
1 teen knoflook
handjevol peterselie
olijfolie extra vergine

Bereidingswijze:

Was de aubergine en snij in dunne plakken.
Grill de plakken aubergine in een grillpan.
Snij de peterselie fijn en vermeng met een beetje olijfolie.
Snij het brood in dunne plakken en grill in een grillpan.
Wrijf de knoflook over het warme brood.
Leg de gegrilde aubergine op het brood en schenk er een heel klein beetje olijfolie met peterselie overheen.

Buon appetito!!

Recept en foto’s door Letizia Argiolu 

Lagomaggiore_recept-aubergine-1a.jpg

Recept Fagioli all’uccelletto

Recept Fagioli all’uccelletto

Recept Fagioli all’uccelletto

Fagioli all’uccelletto zijn Florentijnse witte bonen in tomatensaus. Dit is een oud favoriet gerecht in Florence. Heerlijk als je het maakt in een aardenwerken pan. Als je het iets pittiger wilt maken, kun je een of meer snufjes rode-pepervlokken toevoegen.

Ingrediënten:

200 g droge witte bonen, een nacht geweekt
90 ml exra vierge olijfolie
4 fijngehakte knoflooktenen
500 g tomaten, ontveld en fijngehakt
12 verse salieblaadjes
zout en vers gemalen zwarte peper

Bereidingswijze:

Kook de bonen in licht gezouten water 40-45 minuten, tot ze bijna zacht zijn.
Verhit de olie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de knoflook toe en bak die in 1-2 minuten zacht.
Voeg de tomaten, salie, zout en peper toe. Laat 10 minuten sudderen op middelhoog vuur. Voeg zodra de saus indikt de bonen toe en kook ze nog 10-15 minuten ot ze heel zacht zijn, maar niet uit elkaar vallen. Dien de bonen zo uit de pan op.

Florence_recepten_fagioli.jpg

Florentijns druivenbrood – schiacciata con l’uva

Florentijns druivenbrood – schiacciata con l’uva

Florentijns druivenbrood – schiacciata con l’uva

Deze zoete focaccia, een specialiteit uit het chiantigebied in Florence, waar het stiaccia wordt genoemd, wordt in de herfst gemaakt tijdens de druivenoogst en is smeuïg en sappig van het druivensap.

Florence_Recepten_Florentijn_druivenbrood.jpg

Recept Schiacciata con l’uva
(voor 12 personen)

Ingrediënten:

• 500 g bakkersmeel of tarwemeel
• een snuf zout
• 10 eetl. fijne kristalsuiker
• 2 zakjes van 7 g instantgist
• 4 eetl. extra vergine olijfolie
• 2 ½-3 dl water (doe een scheutje heet water bij koud water)
• 800 g pitloze blauwe druiven
• olie om de bakplaat in te vetten

Comomeer_Boeken_Smaken_ItalieKL.jpg

Bereidingswijze 

Meng in een grote kom het meel met zout, 4 eetlepels suiker, de gist en 2 eetlepels olijfolie. Voeg geleidelijk het water toe en meng aanvankelijk met een lepel en daarna met de hand; het moet zo veel water zijn dat het een net samenhangend deeg is (bij mij was 2½ dl voldoende). Kneed het 10 minuten tot het glad en elastisch is en doe er nog wat meel bij als het deeg nog plakt.

Giet 1 eetlepel olie in de kom en wentel de deegbal erdoor zodat hij rondom vettig is en er geen droge korst ontstaat. Dek de kom af met plasticfolie en zet hem 45 minuten op een warme plek tot het deeg in volume verdubbeld is. Druk de lucht uit het deeg, kneed het deeg nu 2 minuten en deel het doormidden.

Vet een rechthoekige vorm van circa 30 x 40 cm, of een ronde van 35 cm doorsnee, in met olie. Rol de helft van het deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak met een bebloemde deegroller zo dun mogelijk uit tot een rechthoek die iets groter is dan de vorm en leg het erop; bekleed ook de rand van de vorm. Verdeel de helft van de druiven op het deeg en bestrooi ze met 3 eetlepels suiker. Rol de tweede portie deeg uit tot een rechthoek en leg het over de druivenvulling. Bedek het met de rest van de druiven, bestrooi met de overgebleven 3 eetlepels suiker en besprenkel met de overgebleven eetlepel olijfolie.

Dek de vorm af met plasticfolie en laat het geheel 45 minuten rijzen. Bak het brood in de tot 180 °C verhitte oven in circa 45 minuten goudbruin. Laat het koud worden voor je het aansnijdt.

Dit recept staat in De smaken van Italië van Claudia Roden. Zie onze pagina Boeken en Kookboeken over Toscane.

De smaken van Italië
Claudia Roden
Fontaine Uitgevers B.V., 2014
ISBN 9789059565470
€39,95

Pin It on Pinterest